Vooruit en achteruit in een vak parkeren
Het vakparkeren kan zowel voorwaarts als achterwaarts worden uitgevoerd. Hoewel beide methoden effectief zijn, heeft achterwaarts parkeren het voordeel dat je daarna gemakkelijker weer vooruit kunt wegrijden. Hieronder vind je stap-voor-stap instructies voor beide methoden.
Voorwaarts Parkeren
- Stop indien nodig twee vakken voor het vak waarin je wilt parkeren, en houd voldoende afstand van de vakken.
- Schakel naar de eerste versnelling en rijd langzaam richting het doelvak.
- Stuur naar links (opsturen) om een ruimere bocht te maken als dat nodig is.
- Wanneer de rechterbuitenspiegel ter hoogte is van de eerste lijn van het doelvak, stuur je vlot naar rechts.
- Kort voordat jouw auto recht in het vak staat, stuur je terug zodat de wielen in de rechtuitstand komen te staan.
Achterwaarts Parkeren
- Stop twee vakken voorbij het vak waarin je wilt parkeren, met een afstand van ongeveer 1 tot 1,5 meter van de vakken.
- Schakel naar de achteruit versnelling en rijd langzaam achteruit.
- Wanneer het midden van jouw auto halverwege het tweede vak is (ongeveer 1,5 vak van het doelvak), stuur je vlot naar rechts.
- Gebruik kleine stuurbewegingen om in het midden van het vak uit te komen. Maak hierbij gebruik van je buitenspiegels.
- Kort voordat jouw auto recht in het vak staat, stuur je terug zodat de wielen in de rechtuitstand komen te staan.
Belangrijke Tips
- Controleer altijd je spiegels en dode hoeken tijdens het manoeuvreren.
- Wees geduldig en rijd rustig; nauwkeurigheid is belangrijker dan snelheid.
- Gebruik je richtingaanwijzers om andere weggebruikers te informeren over je intenties.
- Controleer na het parkeren of je auto netjes in het vak staat en voldoende ruimte overlaat voor andere voertuigen.