Lopend Achteruit Parkeren – AVB Oefening
Korte omschrijving cluster 1 lopend achteruit parkeren verplicht
De motorrijder parkeert al lopend de motor achteruit in een (parkeer)vak. Hij handelt zodanig dat hij met de motorfiets in evenwicht blijft en er geen gevaar, hinder of schade ontstaat. Ook let de examinator op het gebruik van de standaard.
Wijze van uitvoering (beheersing voertuig)
- Loopt met uitgeschakelde motor in de vrij aan de linkerzijde van de motor.
- Loopt vooruit met beide handen aan het stuur.
- Houdt de voorrem bedienbaar en bedient deze eventueel gedoseerd.
- Verplaatst (al lopend) de motor vanaf de eerste pylon langs de rechterzijde van de rijbaan tot de tankdop ter hoogte van de 2 de pylon van het (denkbeeldig) parkeervak zet hier de motor stil met evt de voorrem
- Stuur maximaal naar links en loop met de motor naar voren tot dat de achterwiel net het vak voorbij is zet de motor stil.
- Stuur maximaal naar rechts en loopt achteruit met tenminste één hand aan het stuur.
- Loopt daarna in een bocht achteruit en parkeert de motor in midden in het parkeervak.
- Plaatst de motor op de standaard ( stuur linksom en de motor even naar achteren trekken).
- Haalt de motor van de standaard.
- Loopt vooruit het parkeervak uit en buigt af naar rechts.
- Loopt langs de (denkbeeldige) rechterzijde van de rijbaan tot de laatste pylon.
Meer informatie over het AVB-examen en de andere oefeningen vind je op de CBR-website.
