Bochten rijden

2. Klaar zijn voor de Bocht – Volledige Controle Bereiken

Voordat je de bocht ingaat, zorg je ervoor dat alle rem- en schakelhandelingen volledig afgerond zijn. Zo kun je met een lichte trekkracht en constante controle de bocht insturen:

• Gas los: Laat het gas los en begin met remmen.
• Afremmen en terugschakelen: schakel terug terwijl je remt, zodat je klaar bent om op het juiste toerental de bocht in te gaan.
• Geef gas: maak de motor weer licht trekkend zodat je met een licht trekkend motor de bocht door kan.

Door deze voorbereiding te voltooien, vermijd je onverwachte stuurbewegingen en behoud je volledige controle bij het insturen.

3. Insturen – de juiste lijn volgen

Wanneer je de juiste snelheid hebt, stuur je soepel in. Het kiezen van het juiste instuurmoment en lijn zorgt voor balans en stabiliteit.

• Instuurpunt: begin insturen op het juiste moment, afgestemd op de scherpte van de bocht.
• Balans houden: leun licht mee met de motor en houd je houding stabiel voor optimale grip.

4. Kijktechniek – kijken is sturen

Een goede kijktechniek is essentieel voor bochtenwerk. Kijk altijd door de bocht naar het punt waar je naartoe wilt. Dit geeft je overzicht en helpt je motor soepel in de juiste lijn te sturen.

• Focuspunt kiezen: kies een punt in de verte waar je naartoe wilt, en houd je ogen hierop gericht tijdens het insturen.
• Volg de lijn: kijk langs de lijn van de bocht, niet dichtbij, zodat je je stuurbewegingen vloeiend kunt houden.

5. Lichaamshouding en Balans

Houding en balans zijn belangrijk voor stabiliteit in de bocht. Leun iets mee met de motor en houd je knieën licht tegen de tank gedrukt.

• Leunen: Iets in de richting van de bocht leunen helpt om het zwaartepunt laag te houden.
• Stabiele grip: Houd je handen ontspannen op het stuur en klem je knieën om jezelf stabiel op de motor te houden.

6. Een Bocht Uitkomen – Versnellen op het Juiste Moment

Na het insturen en stabiliseren in de bocht komt het moment dat je snelheid weer kunt opbouwen en soepel de bocht uit kunt rijden – een heerlijk moment voor veel motorrijders! Dit vraagt om timing en afstemming met de weg en het verkeer.

• Versnel vanaf tweederde van de bocht: Een handige vuistregel is om te beginnen met gas geven zodra je ongeveer tweederde van de bocht hebt afgelegd. Dit helpt om vloeiend de bocht uit te accelereren.
• Of het moment dat de motor uit de leun komt: Als je het lastig vindt in te schatten wat tweederde van de bocht is, wacht dan tot je merkt dat de motor weer omhoog begint te komen
• Motor rechtop brengen: Zorg dat je motor rechtop komt bij het uitkomen van de bocht, zodat je meer grip hebt en meer kracht kunt uitoefenen op het achterwiel voor gecontroleerde acceleratie.

Samenvatting van Bochtentechnieken

Bochten rijden is een samenspel van verschillende technieken. Hier zijn de stappen samengevat:

• Klaar zijn voor de bocht: Kies de juiste versnelling en behoud een constante snelheid.
• Snelheid aanpassen: Pas je snelheid aan vóór de bocht, op basis van zicht en wegconditie.
• Kijktechniek: Kijk door de bocht naar waar je naartoe wilt.
• Insturen: Volg de juiste lijn en blijf in balans.
• Lichaamshouding: Leun mee en houd je houding stabiel.
• Bocht uitkomen: Versnel vanaf tweederde van de bocht of zodra je een rechte lijn kunt rijden.

Deze basis helpt je om met meer vertrouwen en veiligheid de bochten te nemen. Lees deze uitleg goed door en wees voorbereid om de technieken tijdens je les in de praktijk toe te passen. Veilig rijden begint bij een goede voorbereiding!